![]() |
| Iin de keuken |
![]() |
| de boerin |
![]() |
| Bij de timmerman op de zolder |
![]() |
| Allemaal aan het werk, de monnik helpen. Helaas vond de monnik het veel te druk, zoveel kinderen |

![]() |
| Het geld van de kasteelheer |
![]() |
| De werkvrouw in het slaapvertrek. |
![]() |
| Op de binnenplaats van het kasteel. We hoorde de muziek van een minstreel. |
![]() |
| Strenge schildwachten, wie zouden dat toch zijn ? |
![]() |
| De zwerver met een stuk verschimmeld brood, hij wilde graag mee naar binnen. |


















